Gisteren bezocht ik het Koningsconcert in Gronsveld. De zaal
was groot en vol, maar er stond een goedgeklede mevrouw die eruit zag alsof ze
het systeem kende, dus ik vroeg haar waar ik verwacht werd te gaan zitten. ‘Links
vooraan. In het midden zit het college, maar daarnaast is nog wel plaats’ wees
ze.
Een meneer die in de
aangewezen hoek de zaken regelde vroeg eerst of ik een lintje had.
Heb ik niet.
‘Ik werd hierheen verwezen omdat ik genodigde ben vanwege de
gemeenteraad’, legde ik hem met niet zoveel woorden uit. Of ik bij het college hoorde? Vroeg hij met een weifelende
blik op mijn zoon. ‘Nee’, zei ik,
‘daarin zit geen vrouw.' Hij keek me even niet-begrijpend aan. We mochten toch plaatsnemen.
Zo kwam ik op het pluche terecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten