zaterdag 16 juli 2016

Vive les vacances

Nog geen dag nadat ik tegen de wethouder van weggetjes zei, dat onze gemeente niet zo heel veel plekken heeft waar je je alleen op de wereld waant, verdwaal ik tussen Eckelrade en Cadier en Keer. 

Nou ja verdwaald, ik had me met wandelen een beetje vergist in afstand en tijd en dacht op eigen houtje wel een kortere weg terug te vinden naar de auto. Foute gedachte! Dus liep ik op een gegeven moment tussen brandnetels en distels die tot mijn oksels kwamen en schoof ik uiteindelijk maar op mijn buik onder een prikkeldraadhek door om daarvan verlost te zijn.

Ik vind weliswaar de weg terug, maar niet de tijd. Uit het bos gekomen, begin ik een appje om het verwachte bezoek te laten weten, dat ze zich niet moesten haasten, omdat ik nog ergens vastzit in de natuur. Op dat moment hoor ik een brommer.

Er nadert een oudere man met een grote helm op een scooter. 'Gaat u naar Cadier en Keer?'vraag ik hoopvol. 'Als deze weg naar Cadier en Keer gaat, dan ga ik naar Cadier en Keer.' zegt hij. 'Ik ben verkeerd gelopen en ik red het zo nooit om op tijd thuis te zijn. Zou ik...?' vraag ik hoopvol met een schuin oog op de lege plek achter hem. 'Ik heb het nog nooit gedaan' zegt hij, 'maar we kunnen het proberen.'

Het lukt me om over het bagagerekje heen op het zadel te klimmen, wat me meevalt van mezelf, en daar gaan we. Behendig stuurt hij de scooter over het onverharde paadje en een heel enkele keer vraagt hij of ik even af wil stappen, wat steeds soepeler gaat gelukkig. 'Normaal kun je hier goed rijden,' roept hij 'maar soms is het lastig!'  Als de plassen op de weg te groot worden om te vermijden, rijdt hij ons er met een stevige vaart doorheen en op de verharde weg geeft hij flink gas om scherpe bochten naar boven te kunnen nemen met mijn gewicht erbij. 'Ik heb geen helm,' piep ik zachtjes in mijn hoofd en ik hoop maar dat de automobilisten die daar op ons pad komen om het hoekje kunnen denken.
Maar stiekem geniet ik enorm. Alsof ik weer in Frankrijk ben en achterop een blauw mobiletje over Franse landweggetjes knetter. We treffen godzijdank geen tegenliggers. Een ongeluk met een ongehelmd raadslid achterop wil je niemand aandoen: de wet wordt overtreden en je haalt er ook nog de krant mee. In de bebouwde kom stel ik dan ook voor dat ik de rest van de weg te voet ga. Voor hem hoeft het niet zo nodig,(Och doa kump toch geine) maar ik geloof heel erg in de wet van Murphy.

Precies op tijd ben ik thuis en ik bedenk dat het toch wel feestelijk is om de vakantie te beginnen met het gevoel dat je weer zestien bent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten