dinsdag 26 december 2017

Campagneleugen

Sint achter de rug en Kerst achter de kiezen, het tumult rond de boekwinkel even in de pauzestand, tijd voor de campagne. Rotterm vind ik dat, alsof elk woord al bij voorbaat een leugen is: Kijk mij eens goed zijn, hoor mij de waarheid eens in pacht hebben, stem op mij! Het hoort erbij, ik weet het.

Maar wij zijn modern, we gebruiken internet. We maken podcasts, jawel, en vodcasts, zeker meneer. Oftewel ik lees voor terwijl ik met één vinger het microfoontje van de mobiel ingedrukt houd, wat voorwaar niet gemakkelijk is. Het gaat bij de beste versie prompt mis in de laatste zin. Altijd!

En ik ga met mijn filmmaatje op pad en praat met lopende camera over onderwerpen die spelen op verschillende locaties. Weer of geen weer, dus elegante kledij is niet per se slim. Zeker niet in het eerste filmpje over de Trambaanfietsroute, dat we maakten in de donkere dagen, tussen druipende takken, in de natte nevel. Dus met zes lagen kleding tegen het kleumen.

Ik vroeg mijn zoon, die al mijn montagewerk moet beoordelen, voorzichtig of hij vond dat het zo wel kon, mijn, eh, postuur. 'Ach,' troostte hij, 'in een winterjas is iedereen dik.' Een leugen, maar die zal ik in het kader van de campagne maar voor lief nemen.

vrijdag 22 december 2017

Typische reactie

'Ik wil je even iets laten zien,' zei ze en ze opende haar telefoonscherm. Ik was nieuwsgierig want doorgaans krijg je niet zo vaak andermans e-mails onder ogen geduwd en zeker niet van iemand die je nauwelijks kent. Het betrof een bericht waarin iemand bedankte voor de juiste weergave van een interview. Toevallig van iemand die ik ook zijdelings ken, toevallig van iemand die niet blij is met de plannen voor de nieuwe Trambaanfietsroute, toevallig... nee waarschijnlijk niet.
Nadat ze mij had getoond wat ze wilde tonen, knikte ze naar beneden (ik ben een halve meter kleiner) en liep weg.
'Ok?' dacht ik, 'ok!' Want ik had even tijd nodig om het te begrijpen. Je bent daar toch niet zo mee bezig tijdens een feestje.
Het had waarschijnlijk te maken met mijn stukje in een plaatselijk blad, waarin ik mijn scepsis over de publiekelijke informatie van het trambaanfietsrouteproject uitte.
Vanmorgen bekeek ik het interview waar ze voor bedankt was op de website. Inderdaad een kritische noot tussen de lofzangen, met een vals slotakkoord van de auteur van het artikel.
Het onderschrijft in elk geval dat de informatief gepresenteerde website van de projectgroep Trambaanfietsroute absoluut niet bedoeld is om neutraal informatie te geven.

kijk en oordeel zelf maar

woensdag 18 oktober 2017

Geluk of geen geluk



Deze week brandde er licht in het oude schooltje in Gronsveld. Grappig vond ik dat, omdat ik nog maar twee dagen daarvoor tijdens een vergadering had gevraagd hoe de stand van zaken ermee was. Ik zag er nooit wat gebeuren. Het was alsof er een vinger werd opgestoken met de woorden: ‘wel een beetje opletten, dame!’

Nog elke dag als ik er langs rijd, ben ik blij dat het er staat. Het is ontsnapt aan de sloop doordat de Aldi niet daar, maar bij de autoweg is gekomen. Een bouwkundig oninteressant gebouwtje noemde iemand het, toen ik zei dat ik het toch wel heel jammer zou vinden als het tegen de vlakte ging. ‘Nee,’ weerlegde mijn D66-collega Boon, mijn leermeester in gebouwen, ‘een wederopbouwgebouw en daar hebben we er nog maar heel weinig van in deze omgeving.’ Dat maakte het wel degelijk de moeite waard om het te bewaren. Dat het er nog staat is meer geluk dan wijsheid, maar sinds kort prijkt het wel op de lijst van beeldbepalende panden die beschermd zijn. Noem dat nog maar eens een bouwkundig oninteressant gebouwtje.

Puur geluk, dat ik er nog langs kan rijden en mij tevreden voelen. En deze week brandde er dus licht, een teken dat het weer tot leven gaat komen en ik over niet al te lange tijd ook eens binnen kan lopen om nader kennis te maken. 

Er is in het Heuvelland nog een wederopbouwschoolgebouw, het ligt verscholen in het groen en aan de voorkant ervan is een lelijke jaren-70 doos gebouwd. Het ligt in een andere gemeente dan de onze, waar ik een wethouder sprak in de hoop in die voormalige school iets te kunnen beginnen met lezen en toerisme en geschiedenis. 'Het is ook geen bijzonder monumentaal pand of zo,' wierp hij tegen. 
1 februari 2018 wordt het gesloopt. Niet alle schooltjes hebben geluk.

vrijdag 6 oktober 2017

Gratis jongerenempathie

Gisteren had ik een paar keer een kind in de winkel, dat zich schaamde omdat het nog in groep twee zat, of dat in die groep was gebleven in het jaar dat het zes werd en dat nog steeds als falen ervoer. 

Nee, we zijn lekker bezig in Nederland met onze toetscultuur, onze plusklasjes, onze laat-ze-maar-doorgaan-want-we-kunnen-ze-in-groep...-niks-meer-leren scholing. En vreemd genoeg slaat een kind zelden een hogere groep over. Ze worden altijd uit hun kleuterontwikkeling gerukt, omdat ze al zo goed kunnen lezen of rekenen. Terwijl de kleutertijd juist zo belangrijk is voor de sociale en emotionele ontwikkeling, om nog maar te zwijgen over de motoriek en de fantasie. Maar ja die zijn niet zo testbaar, dus is het verleidelijk om ze te negeren. 

En nu hebben we dus bereikt dat kinderen die zich normaal ontwikkelen het gevoel hebben dat ze falen. Kinderen die, wat wij vroeger te laat jarig noemden, na 1 oktober (de teldatum) geboren zijn.  Die dus wat langer kleuterden. Kinderen die daardoor tijd leken te verliezen, maar die in hun latere leven vaak een stuk sterker in hun schoenen stonden dan de zogeheten jonge leerlingen. In ons systeem moet iedereen eigenlijk in april en mei geboren worden, even proeven aan groepje 'nul', na de zomervakantie rijp groep één in, een jaar later als stevige vijfjarige naar groep twee en dan in september het jaar daarna klaar voor het leeswerk in groep drie. Alle anderen moeten gepompt en gepusht worden. 

We kunnen nu nog niet overzien wat de gevolgen zijn van de huidige prestatiecultuur, maar ik maak me zorgen. Ik maak me zorgen over kinderen die op hun zestiende aan universitaire studies beginnen, over,  nauwelijks volwassen afgestudeerde artsen (om maar iets te noemen), over kinderen die op jonge leeftijd zichzelf al als mislukt zien en over jongeren die schrikbarend vaak toegeven aan het 'gewone' pubergevoel nutteloos en beter dood te zijn. 

En over volwassenen die succes afmeten aan cognitieve en economische resultaten en die zorg en empathie moeten regelen via beleid en wetten en die dat ook doen door bijvoorbeeld een burgerdienst voor jongeren te bedenken om meer empathie te kweken. Onbetaald natuurlijk want zorg en dienstbaarheid daar betaal je niet voor, stel je voor zeg. Nee in ons land bouwen we een maatschappij waar je alleen betaalt voor de bakstenen, het cement moet gratis geleverd worden. 

Als je dan toch wil bezuinigen op wat mensen bindt, dan stel ik voor om het onderwijs ruimte en lucht te geven zodat kinderen rustig tot volwassen mensen kunnen uitgroeien en ze beter met elkaar om leren gaan vanuit een intrinsieke sociale ontwikkeling. Het scheelt een heleboel dure wetten, subsidies en kunstmatige projecten. 

En betaal onderwijs en zorg fatsoenlijk, zoals het hoort.

maandag 2 oktober 2017

Op de trom of toch maar niet?

‘Moet jij niet ook eens op gaan schrijven wat je allemaal bereikt hebt?’, vraagt een dorpsgenote, nadat er alweer een stukje politieke borstklopperij in het plaatselijke blaadje heeft gestaan. Heb ik iets bereikt? Heb ik iets concreets bereikt, dat voor een grotere groep interessant is dan voor de mensen die het rechtstreeks betreft? En als dat zo is, zit men dan op mijn politieke oerkreet te wachten?
Wat ik doe? Peuteren aan de Trambaanfietsroute, attenderen op ook de kleine dingetjes die het landschap verpesten, voorzichtig wijzen op de manier waarop we ouderen met de beste bedoelingen de afhankelijkheid in koesteren, venijnig schoppen tegen plannetjes die al maar meer druk op het onderwijs leggen, sleutelen aan de samenwerking met burgers, dat soort dingen. Het zijn geen grote heldendaden waar de burger acuut blij van wordt. Daar zet je jezelf niet mee op een voetstuk. Toch is dat waar ik het best in thuis in ben: krabbelen, aaien, knagen, masseren, bijten, fluisteren en zo nu en dan eens venijnig knijpen. En een heel enkele keer gillend kwaad, niet mijn beste momenten. Laat met dat arsenaal aan gereedschappen maar eens zien wat je bereikt hebt en bewijs maar eens dat wat er is, uit jouw koker komt.  En toch, de politieke omgeving in Eijsden-Margraten voelt anders dan toen ik drie jaar geleden begon. Sterker doordat ze kwetsbaarder durft te zijn. Is dat mijn verbeelding? Is het mijn verdienste? Of is het de Tijdgeest? Hoe dan ook, het bevalt me.
Wellicht wordt van mij verwacht, dat ik richting komende verkiezingen op de trom ga slaan. Ik oefen, maar het klinkt nog nergens naar. Bovendien heb ik niet het gevoel dat ik boven het schaamteloze geroffel van anderen uit kan komen. Weet je wat, ik doe het gewoon niet. Wat zal ik me anders voordoen dan ik ben?



maandag 11 september 2017

begrip

Je schrijft om gelezen te worden. Wie zegt dat hij voor zichzelf schrijft op een openbare plek, liegt. En gelukkig word ik soms gelezen. Dat vind ik fijn. En als dan ook nog iemand reageert, kan ik daaruit opmaken dat er zelfs naar aanleiding van wat ik schrijf wordt nagedacht. Dat vind ik nog fijner. Vandaag vond ik een reactie op een blog dat ik in verkiezingstijd schreef. Over zinvol stemmen op laaggeplaatste vrouwelijke kandidaten, om zo meer vrouwen op meebeslissende posten te krijgen. De reactie had mijn stukje niet helemaal begrepen. Ik geloof dat de schrijver meende dat ik last had van penisnijd, of dat alle mannen in de politiek kampen met erectieproblemen. Ik kreeg een aanbod voor vitaminenpillen die een gezonde piemel garanderen.
Dan word ik nieuwsgierig, want waar heeft deze Engelstalige reageerder zijn aanbod op gebaseerd? Het blog herlezend denk ik, dat de verwarring is ontstaan door de opmerking dat Marion van der Kleij in het Gronsveld-Eijsden-gedeelte van onze gemeente wellicht wel strak in het gelid hing. Dat moet voor een vertaalmachine toch ook ondoenlijk zijn, een lid dat strak hangt in een stuk over vrouwen die hoger moeten komen.
Ach wat zal ik zeuren? Ik word niet begrepen, maar in elk geval wel gelezen.


dinsdag 29 augustus 2017

Wat moet, dat moet

Zeggen dat campagnevoeren in mijn bloed zit, is een leugen. Dat ik er een bloedhekel aan heb, is eerder waar. Het begon al vroeg, toen campagnevoeren nog betekende dat je als kind van een politieke moeder achter in een auto door diverse woonbuurten werd gereden. Er waren twee luidsprekers op het dak gemonteerd en ma zat voorin, naast de chauffeur, met een microfoon en ze riep bloedfanatiek tegen de lege balkons van de Donderbergflats, dat de mensen die zich daarachter schuilhielden voor het verkiezingsgeweld, op de Partij van de Arbeid moesten stemmen. Je zat je daar op die achterbank te schamen voor de opvallende auto met die posters en vlaggetjes en je probeerde de ruzie met je broers zo lang mogelijk uit te stellen, want dat zou zo raar klinken door die luidsprekers, waar, als je moeder zweeg, loeihard blikkerige muziek uit kwam. Een dag die niet om ging. 
Deze keer moet ik eraan geloven. De samenstelling van de kieslijsten is aan de orde van de dag en dat ik daar op kom te staan is zeker. Waarschijnlijk als lijsttrekker, waar ik ook geen bezwaar tegen heb, en dan kun je moeilijk geen campagne voeren. Maar ik doe wel alvast mijn eerste verkiezingsbeloften: ik ga niet rondrijden in een geluidswagen en u hoeft van mij niet op de PvdA te stemmen. Ik leg het mijn moeder wel uit.

zaterdag 24 juni 2017

Graag een reactie!

Hij was een beetje boos, nee eigenlijk was hij meer dan dat, toen hij opmerkte dat er geen enkele reactie van de gemeente was gekomen op brieven die zij hadden gestuurd. 'Ja maar,’ zei ik, ‘Er is wel iets mee gedaan. We hebben de brieven doorverwezen naar de commissie en daar staan ze voor volgende week geagendeerd’. 

Het gebeurt geregeld dat ik in een vervolgbrief lees dat er nog geen enkel reactie is gekomen van de raad of het college. ‘Ja, maar,’ denk ik dan ‘we hebben toch contact gehad, elkaar gesproken of gemaild, hoezo geen reactie?’ Ben ik dan niet genoeg raadslid om als reactie mee te tellen?
Ik denk niet dat het dat is. Ik denk dat het punt is dat er geen officiële reactie komt. Niet een briefje waarin iets staat als:

Beste brievenschrijver,
We hebben uw brief ontvangen en deze op de postlijst voor de volgende raadsvergadering gezet. Alle raadsleden kunnen uw brief nu lezen, maar verder ook iedereen die het interesseert, want de postlijst is openbaar. In de raadsvergadering kunnen raadsleden uw brief doorverwijzen naar een commissie zodat het onderwerp besproken wordt. Die vergadering is ook openbaar, dus u bent welkom.
Of
U heeft uw brief alleen aan de burgemeester en wethouders gestuurd. Daar is de brief aangekomen, maar dat hoeft verder niemand te weten. Wanneer u wilt dat de raad op de hoogte wordt gesteld van uw brief dan moet u dat apart erbij vermelden.

Wij hopen u hiermee alvast geïnformeerd te hebben. 

Hartelijke groet, 
Iemand van de afdeling communicatie met burgers van de gemeente Eijsden-Margraten

En vervolgens een berichtje dat in de raadsvergadering de brief is doorverwezen naar die en die commissie door die en die raadsleden. Dan is er nog steeds helemaal niks inhoudelijks met de post gedaan, maar je zit niet als afzender weken zonder enig idee wat er met je brief gebeurt.


‘Afhandelen’ reageerde een collega-raadslid,’niks berichtje, je moet de brieven sneller afhandelen.’ Maar dat is niet altijd de oplossing. Soms kun je iets niet snel afhandelen of is het juist belangrijk dat een onderwerp voor debat wordt aangeboden. Het is goed als de tijd genomen wordt om na te denken, maar laat dan tenminste even weten dat je daarmee bezig bent. 


Hier zie je welke brieven dinsdag aan bod komen (veel uit Gronsveld en Eijsden)
En hier welke woensdag aan de beurt zijn (onder andere Trambaanfietsroute, natuur en landschap)


zondag 28 mei 2017

Zwijg meerderheid?

Het Limburgs moest erkend worden als andere taal dan het Nederlands en daarom kwam er een petitie. Streefaantal handtekeningen 2000, las ik. Ze waren er niet ver vanaf op het moment dat ik, met volle overtuiging, tekende en ze hebben zelfs uiteindelijk dat streefgetal overschreden. De petitie was een succes, schreef de landelijke krant en die van hier. 

Zelf vond ik 2000 eigenlijk wat weinig. Hoeveel Limburgers hebben we en welk percentage daarvan ondersteunt dan het erkennen van onze taal? Genoeg blijkbaar om de Taalunie in haar schulp te laten kruipen en beterschap te beloven voor het volgende rapport. Kennelijk vertegenwoordigt een klein percentage als dit de zwijgende meerderheid. Maar wat als er een tegenpetitie was gekomen die gezegd had dat Limburgs verdrongen moet worden omdat het schadelijk is voor de ontwikkelingsmogelijkheden van dit gebied en omdat Limburgs klinkende mensen minder kans maken op een goede baan elders in Nederland? Had gekund, want dat laatste blijkt in de praktijk helaas waar, in Nederland dan,  in het buitenland niet. Wat als voor die petitie ook 2000 mensen voor hadden getekend? Of een paar meer of minder dan die andere petitie? Wie heeft dan de zwijgende meerderheid? 

Deze petitie over het Limburgs pretendeerde overigens niet een meerderheid te vertegenwoordigen. Het was een weloverwogen, deskundig onderbouwd standpunt dat op deze manier gedragen onder de aandacht werd gebracht. Het is ook niet altijd zo dat de meerderheid gelijk heeft. Als dat zo was hadden wij een platte aarde, volgens de meerderheid toen. 

Een petitie die op voorhand roept een meerderheid te vertegenwoordigen hoeft helemaal niet te bestaan. De makers ervan kunnen zich de moeite besparen want ze kunnen, op grond van die statistische gegevens die ze blijkbaar hebben, hun standpunt heel helder ondersteunen. 
Doen ze dat wel, op voorhand een meerderheid claimen, dan zou hun meerderheid wel eens een aantoonbare minderheid kunnen blijken en schieten ze in hun eigen voet.


Een interessant fenomeen petities, waar politici zeker heel voorzichtig mee om moeten gaan. Vooral als ze die zwijgende meerderheid graag voor hun karretje spannen. Dan moet die meerderheid wel haar kop blijven houden. 


zaterdag 20 mei 2017

Langzaam leven





We zouden naar Hoogcruts gaan, maar de bus ging de andere kant op. Hadden we het niet goed begrepen, jawel, rustig maar, we rijden via ’t Rooth. Mooi Cittaslow met zo’n bus extra kilometers maken, maar ach ik moet niet op alle slakken zout leggen. Een interessante tocht was het wel als je bedenkt dat onze gemeente dus het cittaslowkeurmerk heeft weten binnen te halen. 

 (van de website)
 Cittaslow is het internationale keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. Cittaslow Nederland is het netwerk van alle gemeenten in Nederland met het Cittaslow keurmerk.
Door zich aan te sluiten bij het Nederlandse Cittaslow netwerk, kunnen gemeenten samenwerken om de kwaliteit van leven te verbeteren door het authentieke te koesteren en nieuwe technieken in te zetten die vooruitgang mogelijk maken.


Een interessante tocht omdat hij het hele gezelschap uit diverse cittaslowgemeenten langs onze zere plekken voerde.
Bemelen

Blankenberg

En het nieuwe dorp Landal


Dat werkte bij mij enorm op de lachspieren.
Maar verder was het een inspirerende dag. We kregen een lezing over landschap waarbij ook uitgebreid ingegaan werd op de combinatie landbouw en landschap en we hoorden een verhaal over voeding. Dat laatste was niet mijn eerste keus geweest omdat ik vreesde voor een streekgerechten-en-gaat-u-vooral-koken-pleidooi, terwijl ik heel graag lekker eet, maar geen gepassioneerd kok ben. Verre van.
Het was echter een boeiend inkijkje in de wisselwerking tussen eten en onze wereld, smaak en economie. En ook hier weer de landbouw.
Bij beide lezingen vond ik het prettig dat we inzichten kregen om de landbouw te laten gedijen op een manier die goed is voor mens en land. Het was alleen jammer dat de wethouder van landbouw beide lezingen miste, vooral omdat de bovenstaande attracties op zijn conto staan.