zondag 28 mei 2017

Zwijg meerderheid?

Het Limburgs moest erkend worden als andere taal dan het Nederlands en daarom kwam er een petitie. Streefaantal handtekeningen 2000, las ik. Ze waren er niet ver vanaf op het moment dat ik, met volle overtuiging, tekende en ze hebben zelfs uiteindelijk dat streefgetal overschreden. De petitie was een succes, schreef de landelijke krant en die van hier. 

Zelf vond ik 2000 eigenlijk wat weinig. Hoeveel Limburgers hebben we en welk percentage daarvan ondersteunt dan het erkennen van onze taal? Genoeg blijkbaar om de Taalunie in haar schulp te laten kruipen en beterschap te beloven voor het volgende rapport. Kennelijk vertegenwoordigt een klein percentage als dit de zwijgende meerderheid. Maar wat als er een tegenpetitie was gekomen die gezegd had dat Limburgs verdrongen moet worden omdat het schadelijk is voor de ontwikkelingsmogelijkheden van dit gebied en omdat Limburgs klinkende mensen minder kans maken op een goede baan elders in Nederland? Had gekund, want dat laatste blijkt in de praktijk helaas waar, in Nederland dan,  in het buitenland niet. Wat als voor die petitie ook 2000 mensen voor hadden getekend? Of een paar meer of minder dan die andere petitie? Wie heeft dan de zwijgende meerderheid? 

Deze petitie over het Limburgs pretendeerde overigens niet een meerderheid te vertegenwoordigen. Het was een weloverwogen, deskundig onderbouwd standpunt dat op deze manier gedragen onder de aandacht werd gebracht. Het is ook niet altijd zo dat de meerderheid gelijk heeft. Als dat zo was hadden wij een platte aarde, volgens de meerderheid toen. 

Een petitie die op voorhand roept een meerderheid te vertegenwoordigen hoeft helemaal niet te bestaan. De makers ervan kunnen zich de moeite besparen want ze kunnen, op grond van die statistische gegevens die ze blijkbaar hebben, hun standpunt heel helder ondersteunen. 
Doen ze dat wel, op voorhand een meerderheid claimen, dan zou hun meerderheid wel eens een aantoonbare minderheid kunnen blijken en schieten ze in hun eigen voet.


Een interessant fenomeen petities, waar politici zeker heel voorzichtig mee om moeten gaan. Vooral als ze die zwijgende meerderheid graag voor hun karretje spannen. Dan moet die meerderheid wel haar kop blijven houden. 


zaterdag 20 mei 2017

Langzaam leven





We zouden naar Hoogcruts gaan, maar de bus ging de andere kant op. Hadden we het niet goed begrepen, jawel, rustig maar, we rijden via ’t Rooth. Mooi Cittaslow met zo’n bus extra kilometers maken, maar ach ik moet niet op alle slakken zout leggen. Een interessante tocht was het wel als je bedenkt dat onze gemeente dus het cittaslowkeurmerk heeft weten binnen te halen. 

 (van de website)
 Cittaslow is het internationale keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. Cittaslow Nederland is het netwerk van alle gemeenten in Nederland met het Cittaslow keurmerk.
Door zich aan te sluiten bij het Nederlandse Cittaslow netwerk, kunnen gemeenten samenwerken om de kwaliteit van leven te verbeteren door het authentieke te koesteren en nieuwe technieken in te zetten die vooruitgang mogelijk maken.


Een interessante tocht omdat hij het hele gezelschap uit diverse cittaslowgemeenten langs onze zere plekken voerde.
Bemelen

Blankenberg

En het nieuwe dorp Landal


Dat werkte bij mij enorm op de lachspieren.
Maar verder was het een inspirerende dag. We kregen een lezing over landschap waarbij ook uitgebreid ingegaan werd op de combinatie landbouw en landschap en we hoorden een verhaal over voeding. Dat laatste was niet mijn eerste keus geweest omdat ik vreesde voor een streekgerechten-en-gaat-u-vooral-koken-pleidooi, terwijl ik heel graag lekker eet, maar geen gepassioneerd kok ben. Verre van.
Het was echter een boeiend inkijkje in de wisselwerking tussen eten en onze wereld, smaak en economie. En ook hier weer de landbouw.
Bij beide lezingen vond ik het prettig dat we inzichten kregen om de landbouw te laten gedijen op een manier die goed is voor mens en land. Het was alleen jammer dat de wethouder van landbouw beide lezingen miste, vooral omdat de bovenstaande attracties op zijn conto staan.

dinsdag 16 mei 2017

Bermcontacten

Vanmorgen bekeek ik de plantjes in 'mijn' berm. Er is geen Fluitenkruid meer sinds de maaibeurt van twee jaar geleden, dat spijt mij. Gelukkig zie ik het op andere plaatsen wel welig tieren, maar hier is het niet teruggekomen. Dit jaar zijn de plantjes blauw. Maar wat is het? Geen vergeet-me nietjes daarvoor zijn ze te donker. Met mijn boekje even overgestoken en terwijl ik met voldoening constateer dat het Ereprijs is, komt een buurvrouw die ik nog niet eerder sprak de hoek om gelopen. 'Is het geen Hondsdraf?' 'Nee, dat dacht ik eerst ook, maar kijk..', ik laat haar het plaatje zien. We praten nog wat over bermen, maaibeleid, processies en de ontwikkeling van kinderen. Zo blijken bermen ook nog goed voor de sociale structuren in een kern. Behalve de Ereprijs bloeit ook de Weegbree. Dat wist ik niet, dat die kon bloeien. Ik lette altijd alleen maar op de grote bladeren omdat die, wanneer je ze kneust, een prima middel zijn tegen brandnetelpijn. Ik kan een bermbezoek aanbevelen, het is leerzaam en gezellig.


Ereprijs

vrijdag 5 mei 2017

Landschapsverstiering

'Zo simpel is dat niet', klaagt onze wethouder van lelijkheid vandaag in de krant. En nee, dat is waar, het vergt behoorlijke inspanningen van de ambtenaren om al die monsterlijke boerenschuren in het landschap te krijgen binnen de wettelijke kaders. En soms wil een boer geen stal, maar een  groot huis en dan dreigt de wethouder dat als dat huis er niet komt, de boer er zomaar eens een grote stal zou kunnen gaan bouwen 'en dat wilt u niet lieve raad.' En als we vragen: ' maar wethouder wat doet u toch met onze parel, ons kipje met de gouden eieren?' Dan blijkt dat wij, 'Uw Raad' , ergens in maart 1903 hebben zitten slapen en besloten hebben dat een wethouder alles recht mag lullen wat scheef is. 
Binnenkort verandert er van alles in de wetgeving. Net zoals een paar jaar geleden het hele zorgsysteem omgekiept werd, komt er nu een verandering die betrekking heeft op onze omgeving, op hoe we wonen, hoe het landschap eruit ziet, hoe duurzaamheid een plek krijgt. Kortom op alles wat maar enigszins raakt aan wat ze het 'Fysieke Domein' noemen en burgers krijgen veel meer invloed. Huh? Ja!
Dus boerenschuren, Trambaanfietsroutes, nieuwbouw, verbouw, bomen, dassenburchten, fluitenkruid, parkeervakken, terrassen, het gaat allemaal een stuk lastiger worden voor wethouders van pronkstukken en ritselarijen. En daarom wordt de gemeente nu maar vast omgeploegd. Snel, voordat de waardevolle dingen in onze omgeving dusdanig weerbaar worden, dat het grote geld er niet meer overheen kan walsen en voor de verkiezingen waar de wethouders van lelijkheid en overlast misschien last krijgen van wakker volk.

Alhoewel, ik was deze week op een bijeenkomst in een van de dorpen, waar voorlichting werd gegeven aan inwoners over werkzaamheden aan weg en riool die op stapel staan. Daar werd geklaagd over een boom. Die moet maar om. Hij staat in de weg. En die bomen die geplant moeten worden ter compensatie van deze monumentale groene lastpak, die moeten ze dan maar op het Amerikaplein voor het gemeentehuis zetten. 'Ze haten hier bomen echt', fluisterde ik tegen de wethouder van alles-wat-lijdt-onder-de-andere-wethouder. Ik vrees dat onze wethouder van landschapsverstiering in deze gemeente, als het aan de kiezers ligt, met gemak nog eens 20 jaar de ruimte krijgt.