vrijdag 19 december 2014

Goede voornemens

Mijn eerste Kerstviering mislukte half. Ondanks mijn goede voorbereiding, dacht ik, was ik een uur te laat. Niet meer de uitnodiging nagekeken, terwijl er wel iets gefluisterd had dat ik dat moest doen. Het is toch anders als het digitaal is. Een briefje op de ijskast functioneert toch nog altijd het best. De kerstwandeling ging dus aan mijn neus voorbij. Ik accepteerde het aanbod van een andere groep mannen om met hen te wandelen niet en reed naar huis waar ik een hele mand schone was wegstreek. Ook fijn zo voor de Kerst.

Voor het eten was ik wel op tijd. Het gezelschap was enorm, de hele hal stond vol. Er was gedekt aan lange tafels in de raadzaal en de burgemeester en enkele wethouders bedienden mee. Er waren een paar presentaties, waarbij een kerstboodschap werd uitgesproken die benadrukte zuinig te zijn op deze wereld en het jaar werd nog eens belicht. Daarbij maakte de spontane, diepe stilte die viel toen er een foto in beeld kwam van de collega en zijn vrouw die omkwamen bij de ramp met de MH17 op mij grote indruk. Het eten was heerlijk, de sfeer was prima.

Bij het natafelen merkte een collega raadslid op dat de raadsleden bij het hele feest eigenlijk niet in beeld zijn. Het leven in het huis van de burger lijkt uitsluitend om het college en de ambtenaren te draaien. Alsof de raad een dingetje is van buitenaf waar zo nu en dan even rekening mee gehouden moet worden. Ik had me dat nog niet gerealiseerd, maar kon niet anders dan hem gelijk geven.

We spraken over de functie van de commissievergaderingen en over raadsvergaderingen die geen discussieplekken meer zijn maar hamerstukkenbijeenkomsten. We hebben een burgemeester die heel graag dingen veranderd zou zien, die zijn best doet om de raad een sterkere en actievere positie te geven, maar op de een of andere manier lukt het tot nu toe niet.

Gisteren hebben we besloten, in een natafelraadsbesluit dat onherroepelijk is, dat we in het presidium gaan praten over hoe we dingen echt anders kunnen doen. Niet alleen maar de participatieladder* volgen, maar ook praten over hoe dat dan moet, wat dat betekent en wat wij eraan kunnen doen om die plannen in de praktijk te realiseren. De presidiumvergaderingen zullen daardoor ook wat anders worden.

Ons gezelschapje raadsleden was het laatste groepje dat nog aan tafel zat. Alle meubilair was al opgeruimd en men wachtte braaf totdat het ons beliefde om onze konten te verheffen van de stoelen die ze wilden inklappen. Een eilandje van goede voornemens.




*participatieladder: hierop staat aangegeven hoeveel burgerparticipatie mogelijk is bij projecten van de gemeente. De laagste vorm is informeren, de overheid vertelt de inwoners over hun plannen. De hoogste vorm is wanneer alles vanuit de burgers komt en de overheid vanaf de zijlijn toekijkt. 

woensdag 17 december 2014

Alcohol en jeugd

"Ja maar, als er geen alcohol wordt geschonken, dan komt er niemand meer!"

In Venlo schakelden wat oudere leerlingen de rijdende rechter in, omdat er geen alcohol op hun schooluitstapje geschonken wordt. Zij mogen immers wel en dus moet de wereld zich naar hen richten. Logisch dat je zo denkt als je achttien bent, logisch ook dat je niet beseft hoe belangrijk je bent. Ik weet nog hoe ik als brugklasser opkeek tegen de mensen in de bovenbouw. Bijna onbereikbaar volwassen leken die. Zo wilde ik ook worden,  zo wilde ik ook praten,  zo wilde ik ook roken. En dat ging ik ook doen, tot ik zesendertig was en ik met heel veel moeite maar wel voorgoed het roken achter me liet, omdat ik een gezond kind wilde.

Drinken deed ik ook, maar niet zo veel, want daarvoor dronk ik te traag. Het vriendje, dat ik kreeg dronk wel. Geregeld en tamelijk mateloos. Een slimme, vrolijke, aardige gast met kunstenaarshanden, waar veel mensen erg op gesteld waren.  In die jaren ging je nog niet dood aan drank of sigaretten, integendeel, het was alleen maar gezellig. Doodgaan deed hij pas vorig jaar.

Het zou indertijd ondenkbaar zijn geweest om op een schoolfeest niet te roken of te drinken. Nu kun je je niet meer voorstellen dat men rookt in een school. Waarschijnlijk is het binnen afzienbare tijd ook vanzelfsprekend dat je er geen alcohol drinkt.
Het is even wennen voor de jongeren die het gisteren nog wel mochten, maar de achttienjarigen van morgen, die komen gewoon.

Gisteren behandelden we in de gemeenteraad het preventie- en handhavingsplan jeugd, alcohol en omgeving. 2015 - 2019.  Ik heb er een amendement op ingediend. Wat ons betreft geldt bij alle activiteiten die bedoeld zijn voor mensen onder de achttien, dat er geen alcohol is toegestaan. Voor niemand. Niet omdat we roomser zijn dan de paus, maar omdat we denken dat het belangrijk is als we jongeren ervan willen weerhouden jong te gaan drinken. In feite vraag je volwassenen zich solidair te verklaren met hun kinderen, of jongere vrienden.

Ik wist eigenlijk al van tevoren dat het geen haalbare kaart was, omdat deze maatregel nog te ver gaat voor het stadium van veranderingen waar we ons nu bevinden.  Het plan was met zorg gemaakt, maar toch had ik mij voorgenomen er tegen te stemmen. Niet vanwege het niet aannemen van het amendement, maar omdat er naar mijn gevoel iets ontbrak.

Alcoholgebruik op jonge leeftijd werkt belemmerend op de ontwikkeling van de hersenen, met name op de ontwikkeling van de (pre) frontale cortex omdat juist dat deel zich in de  in de periode tussen het twaalfde en drieëntwintigste levensjaar ontwikkelt.

Het is de frontale cortex die maakt dat we slim gedrag vertonen, dus stoppen als iets gevaarlijk wordt, een planning kunnen maken en volgen, regels kunnen toepassen ook in nieuwe of onverwachte situaties. We leggen dus regels op om mensen te beschermen tegen iets dat gebeurt met iets dat zij nog niet volledig hebben, maar dat ze wel nodig hebben om die regels te kunnen naleven.Er zou toch minstens over nagedacht moeten worden en dat miste ik in dit verhaal.

Het tegenstemmen mislukte echter, doordat de voorzitter het stuk zo snel als aangenomen afhamerde dat ik niet eens de tijd kreeg om wat dan ook te stemmen. Dus heb ik nu op papier voorgestemd. Zo gaat dat blijkbaar. Voor een democratisch besluit moet je snel zijn. Alsof één tegenstem zoveel gewicht heeft.


Ach ja, soit. Binnenkort ga ik praten met een aantal jongeren over hoe ze met alcohol omgaan binnen hun organisatie en Jo Bisscheroux, de betrokken wethouder, vindt het belangrijk genoeg daar ook tijd voor vrij te maken.




Dit was de tekst die het amendement motiveerde

raadsvergadering 16 december 2014
 Overwegende dat:
·       Zien drinken doet drinken en dat het voorbeeld van ouders en zeker ook van iets oudere drinkende leeftijdgenoten drankgebruik aanlokkelijk maakt.
·       Duidelijke regelgeving niet alleen normerend werkt, maar ook een middel is om noodzakelijk gezag te hebben.
·       Het sowieso niet eenvoudig is om als niet-wetshandhaver medeburgers iets te moeten verbieden of onthouden.
·       Jongeren tussen de 18 en de 23 jaar zelf jong zijn en in jaren erg weinig verschillen van hun generatiegenoten waarvoor drank verboden is. Het is voor hen daardoor nog moeilijker om een sturende positie in te nemen en anderen aan regels te houden.
·       Het eenvoudiger is om regels te handhaven die eenduidig en voor iedereen geldend zijn

Constaterende dat:
·       Er in deze gemeente jongerenorganisaties bestaan, waar alleen jonge mensen de organisatie van activiteiten op zich nemen en daardoor verantwoordelijk zijn voor het verloop ervan en als organisatie aansprakelijk zijn wanneer de wet niet wordt nageleefd.
·       Door de invoering van de nieuwe alcoholwet jongeren die nauwelijks ouder zijn dan de jongeren waar drank voor verboden is hun leeftijdgenoten moeten verbieden te drinken, terwijl ze het zelf wel mogen.
·       Individueel handhaven moeilijker is dan een regel handhaven die voor iedereen geldt.

En dan vragen we de regel toe te voegen
-       verbieden alcoholgebruik bij activiteiten gericht op kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar. 







vrijdag 5 december 2014

Geld of gedachten

Woensdag bij de commissie waarin het over bouwen ging, vroeg ik mij af waarom ik zo weinig voelde bij die onderwerpen.  Of weinig, het ging meer om berusting of om weerstand, ik miste inspiratie.  Binnen deze tak van gemeentelijke sport uit zich misschien nog wel het meest wat een beetje het euvel van (tenminste) de laatste decennia is geworden. Het hart moet wijken voor het economisch hoofd. 

Gisteren kwam een briljant student uit mijn vriendenkring bij me langs en merkte op dat hij eens gekeken had naar het soort mensen dat plaats heeft in veel boekenbesturen. Er is een meerderheid van economen en marketingmensen. En ja, dat lijkt een goede mix voor een commerciële branche, maar is het dat ook? Red je het wanneer je alleen maar naar geld kijkt? Enkel naar rendement voor het beoordelen van projecten?  Is het dan vreemd dat we in de boekenbranche meer oog lijken te hebben voor bestsellers, verkoopcijfers en goedgebekte schrijvers, in plaats van voor mooi geschreven, met zorg uitgegeven, bijzondere boeken?

Vandaag las ik een artikel van Rob Wijnberg over het verdwijnen van de faculteit filosofie van de Erasmusuniversiteit wegens te weinig rendement. De Erasmusuniversiteit nota bene, vernoemd naar een van de grootste filosofen die we kennen. Hij noemt zijn artikel De dag dat leren nadenken te duur werd bevonden. De opleidingen Geld winnen het van de opleiding Verwondering, denken, verbinding en fantasie. De opleiding waar alle andere wetenschappen uit voortgekomen zijn. 

Er was woensdag een presentatie van de bouwplannen in Noorbeek. Het plan beviel mij omdat ik de indruk kreeg dat ze bij het bedenken ervan naar het dorp hadden gekeken. Naar de manier waarop het ontstaan is, beleefd en gekoesterd wordt. Zeker er zal ook geteld zijn en berekend of de plannen haalbaar zijn,  maar dat was naar mijn gevoel geen allesbepalende factor voor de keuzes die ze maakten.

Heel anders dan het Landalproject waar een bordplaten huisje modelwoning staat te zijn voor iets, waarvan er dan 62 gebouwd gaan worden.  Je kunt er één kopen voor zo’n twee ton plus maandelijkse servicekosten. Wanneer er 70% verkocht is beginnen ze te bouwen. Die 70% dat lukt want daar hebben projectontwikkelaars methodes voor, die ervoor zorgen dat ze altijd aan de bouweisen voldoen. Wat kan het hen schelen of er een stuk groen verdwijnt om er leegstand neer te zetten. Niks toch? 

Ik vroeg desondanks aan de wethouder wat er gebeurt als de 70% niet gehaald wordt. ‘Dan komen er geen woningen', zei hij, ‘maar wel een vakantiepark.  Als het aan mij ligt!’, benadrukte hij. Een vakantiepark zonder woningen? Ik ben benieuwd wat deze wethouder studeerde.  Het moet wel iets met fantasie geweest zijn. Misschien ga ik het toch nog leuk vinden.


https://decorrespondent.nl/2162/De-dag-dat-leren-nadenken-te-duur-werd-bevonden/180405043742-19c710d5

maandag 1 december 2014

The world is changing

In Downton Abbey boeit mij vooral het proces in de verhoudingen. Hoe veranderingen schoksgewijs gaan en hoe een grote beroering heel lang hele kleine stapjes naar iets heel nieuws veroorzaakt. Ik vind het mooi om dat te zien en vooral ook om te zien hoe iedereen binnen dat proces worstelt met zijn eigen positie, gevoelens, belangen, verlangens, gewoontes, oordelen en traditionele waarden.

Ik moest daar aan denken toen ik vanavond na de eerste commissievergadering naar huis reed. Voor mensen die jarenlang gewerkt hebben binnen de structuur van dit gemeentelijk apparaat, is het vast moeilijk om van werkwijze te veranderen. Hoe betrek je burgers bij je projecten? Hoe deel je kennis met anderen en vooral ook durf je kennis van anderen te gebruiken? Is dat dan geen gezichtsverlies?Maar ook, hoe krijg je de raad in een actievere positie, hoe betrek je raadsleden meer bij het proces?Nu zijn het vaak kant en klare stukken waar we dan nog wat vragen over kunnen stellen en  stemmen. Niet echt inspirerend.

Ik had het daarover met mevrouw Brands van D66 en we vroegen ons af of dat de burgemeester ook hinderde. Hij had tijdens de vergadering een wat ongeïnteresseerde houding gehad en onze vragen leek hij lastig te vinden. Na afloop van de vergadering vroeg ik hem daarom of hij het wel leuk vond bij ons. Hij kwam erbij zitten en we spraken met zijn drieën nog zeker een half uur over het verloop van commissievergaderingen en de veranderingen waar ambtenaren, wethouders en raadsleden mee te maken hebben. Hoe processen altijd langzamer gaan dan je wenst.

Hij was overigens grieperig en had zichzelf naar de vergadering moeten slepen, vandaar zijn matte houding. Het heerst en ik denk dat ik zelf nu ook maar precies datgene ga doen wat ik hem adviseerde: een paar druppels Echinaforce, warme melk met honing, een aspirine en naar bed. Preventie. Morgen commissie Zorg en Welzijn, dan gaan we het onder andere hebben over alcohol en jongeren, daar kan ik niet met een bonkend hoofd bij zitten