woensdag 25 november 2015

Stadsronde, kernzaken

Gisteravond was ik eens burger in het gemeentehuis. Geen inwonend burger maar ondernemend burger in de grote stad. De Stadsronde betrof deze keer de winkels en de problemen daarmee: leegstand, het verdwijnen van winkelaanbod en daarmee bepaalde functies uit een wijk of buurt. Ik ging omdat ik denk dat het goed is dat we daarover nadenken. In Maastricht ben ik ondernemer in de binnenstad. Daar kan ik dus iets betekenen of niet, maar daar kunnen we het over hebben.

In Maastricht ben ik geen raadslid en dus niet verantwoordelijk voor de hele stad. Ik vind het geen probleem om mee te helpen denken over de winkels op Daalhof of in Heer, maar om daar als binnenstadondernemer speciaal voor naar Maastricht te komen, dat vind ik een beetje zonde van mijn tijd. Had ik dat van tevoren geweten, ik was niet gegaan. Er was immers ook een voorlichtingsavond over het Bogmanplein in Noorbeek en ook daar was ik graag bij geweest.

Toch ben ik wel blij dat ik er was. De discussie maakte in elk geval duidelijk dat het denken over winkels en leegstand nog in de kinderschoenen staat. Termen als groot en klein, beleving, gun, fun en run overheersten het gesprek. Sloop, ruimte, andere sociale patronen, tijdsbeleving en taakinvulling kwamen niet of nauwelijks bovendrijven in het gesprek. Wat niet erg is, maar wel bewijst dat het nog niet mogelijk is om concreet beleid te maken in dit stadium van veranderingen. We weten niet veel en kunnen nog minder overzien. 

Wat mijzelf-de-ondernemer betreft had ik het interessanter gevonden om in een discussiegroep te zitten die nadacht over de leegstand in de binnenstad. Ik heb er niets over gehoord en weet ook niet of die überhaupt ergens ter sprake is gekomen. Maar het was een goede ervaring voor mijzelf-het-gemeenteraadslid, want hoe ervaar je zo'n denkavond als burger? Burgerparticipatie vraagt betrokkenheid: Een inwoner van Mesch hoeft niet mee te denken over de leefbaarheid in Eckelrade, zelfs al zouden er identieke factoren zijn. Het is aan bestuurders om het gemeenschappelijke te zien en het maatwerk te maken.

Waarschijnlijk ga ik toch de volgende stadsronde over dit onderwerp weer. Voornamelijk om te zien of en hoe het vordert, want ik houd mijn hart een beetje vast als ik hoor dat er volgend jaar zomer een beleidsstuk hierover door de Raad moet. Er mag best iets langer gedacht worden. 

Wij hebben nog geen 'stadsrondes'. Dat is jammer. In principe is deze manier van het bespreken van kernzaken geen slecht idee. 








woensdag 18 november 2015

'T is maar hoe je het bekijkt.


Innoveren was het thema vandaag, dus reed ik in mijn oude bus naar Sittard in de verwachting volledig vernieuwd huiswaarts te keren van de Limburgse Bestuursdag. Dat lukte niet.
Een succesvol industrieel zakenman legde uit dat hij door zijn personeel te informeren en actief deelgenoot te maken in het proces, de zaak van verliesmakend naar winstgevend had weten te krijgen. Hij probeerde het later nog eens om het mislukte bedrijf van zijn broer uit het slop te trekken en ook daar werkte het. Het bleek een succesformule. 
Een pleidooi voor burgerparticipatie dacht ik, maar ik geloof niet dat er veel waren die het zo hebben uitgelegd. 
Jammer, want dat had ik nou een fijne vernieuwing gevonden om door te voeren.

zaterdag 14 november 2015

Echte mensen

“Wie van u heeft al eens met een vluchteling gepraat? Wie van u was al eens in een Asielzoekerscentrum? Wie van u gelooft alles wat er in de krant staat?” 
Ik stak nergens mijn vinger op, hij deed zijn best maar. Ik snap wel waarom de man meende ons te moeten overhalen om positief te staan tegenover de opvang van vluchtelingen en wellicht dat er mensen bij waren waar het voor nodig was, al zou ik ze niet durven aanwijzen, maar bij mij riep het wrevel op.

Had hij gezegd dat hij door eerdere ontmoetingen de ervaring had dat veel gemeenteraadsleden erg tegen vluchtelingenopvang zijn, maar dat hij hoopte door deze ontmoeting onze gedachten te veranderen, dan had ik dat eerlijker gevonden. Al geloof ik niet dat hij die ervaring heeft. En zeker bij ons zou dat een vreemde opmerking zijn, gezien het feit dat wij raadsbreed een motie hebben aangenomen over vluchtelingen, waaruit blijkt dat wij hen niet afwijzen. Bereid je voor, zou ik denken.

Liever had ik een gesprek gehad over hoe je om gaat met hele sterke anti-buitenlandersgevoelens als je verantwoordelijk bent voor het beleid dat met vluchtelingen te maken heeft. Want dat is toch waar hij eigenlijk op doelde. En ik had ook wel iets willen horen over de moeilijkheden waar je mee te maken krijgt als je veel mensen opvangt die allemaal een vreselijke ervaring achter de rug hebben en heel verschillende achtergronden. Ik had geen zin in een verkooppraatje. Toen hij daarna ook nog begon over ‘echte mensen’ was ik er helemaal klaar mee. 

Ik was daarom heel gemakkelijk te verleiden om er tijdens de rondleiding tussenuit te knijpen, de keuken in, waar een paar dames uit Syrië (en een man die waarschijnlijk ook van daar was, maar hij zei geen woord dus ik weet het niet) druk waren met een maaltijd. We praatten met handen en voeten, Nederlands en Engels over het verleden en het nu en de toekomst en ik had oprecht graag geproefd wat er in de pan zat, want dat rook heerlijk. Het was echter nog niet klaar en ik had het ook niet durven vragen. 

Terug in het ontvangstzaaltje bleken de anderen nog niet klaar met hun rondleiding en dat gaf ons mooi de gelegenheid om even te praten met het meisje dat ten tonele was gevoerd om de echte mens te illustreren en dat vervolgens haast niets over zichzelf had kunnen vertellen, omdat de volwassenen eroverheen praatten. Wat in elk geval bewees dat ze een echt kind is, want dat overkomt alle kinderen geregeld.

zaterdag 7 november 2015

Asfalt

De Wijnweg zou een straatnaam in een Annie M.G. Schmidtboek kunnen zijn zoals de Torteltuin in Pluk van de Petteflet. En net als de Torteltuin dreigt de Wijnweg het slachtoffer te worden van ordedrang en spatvrees. 

Het verschil hier is echter, dat niet alleen kinderen en dieren proberen om het onheil te voorkomen, ook de grote mensen zijn boos. Ze zijn overvallen door de asfalteerplannen die de gemeente heeft met hun weg. 

Het zal je maar gebeuren dat je voor je deur een man ziet die iets loopt te meten en als je dan vraagt wat hij daar doet dat hij dan antwoordt: 'We gaan over twee weken dit weggetje asfalteren’. 

Dan denk je toch dat je gek wordt? Van zoiets hoor je toch van tevoren op te hoogte te worden gesteld? Dat hoef je toch niet zomaar te slikken? Daar mag je als aanwonenden toch zeker iets in te zeggen hebben? Blijkbaar niet.

Communicatie met burgers is heel helder in onze gemeente. Als een plan slecht is, dan wordt het stilzwijgend uitgevoerd. Als een plan niet zo goed is, krijg je een informatiebijeenkomst op een onmogelijk tijdstip en als een plan goed klinkt staat het al juichend in de krant voordat de raad er iets van heeft kunnen vinden.

Het asfalteren van de Wijnweg valt in de eerste categorie. Het is een weggetje dat in alle opzichten bijdraagt in wat wij aan natuur en landschappelijke bijzonderheden te bieden hebben. Het toeristisch gezicht waar wij ons zo graag mee presenteren. 'Een parel in ons kroonjuweel'.

Heb ik me daar al een hele begroting lopen opvreten over het gekoketteer met woorden als het om landschap, natuur en toerisme gaat en het gedonder met slechte projecten als het op uitvoeren aankomt, landt dit op mijn bord. Ik wilde dat ik niet zo evident gelijk kreeg. 

Ik zou de argumenten wel eens willen weten die aan dit stupide plan ten grondslag liggen. En wanneer is dit in godsnaam aangenomen? Verstopt in een bestemmingsplan? Lag het onderop een stapeltje vlakfietsplannen? Heb ik zitten slapen of is het al langer geleden? 

We hebben nog één vergadering voordat de Wijnweg verpest wordt. Laten we hopen dat er inmiddels voldoende voortschrijdend inzicht in de raad is geslopen om er alsnog een stokje voor te steken. 


donderdag 5 november 2015

Gespuis rond het Theehuis

Het is me wat. Overal daalt de misdaad maar rond Hoogcrutz daar heerst het schorriemorrie. Tenminste als ik de krant mag geloven. Vandalen hebben het op het theehuis voorzien, of beter gezegd op het hele terrein. Vanwege die rekels is het nodig om hoge hekken neer te zetten, met blauw zeil, want als blikken konden breken... Het theehuis is echter ontsnapt aan een ander gevaar: ambtelijke vernielzucht. Het heeft een nummertje gekregen en nu kan het gerestaureerd worden. Ik word daar blij van. Net zo blij als van het feit dat de oude muur, nu eveneens genummerd, opgeknapt mag worden. Het is een beetje raar verliefd te kunnen worden op muren, maar ik heb een paar van die liefdes. Sommige in het buitenland, een enkele in Maastricht en eentje in Mheer. Maar mijn hart heeft nog wel wat ruimte.
Ik hou van gemetselde muren. Ik zeg het er maar even bij want voor je het weet heb je het stempel onverlaat en meent men dat je de stenen achterover wil drukken. Ik metsel niet zelf muurtjes en ik gebruik ze ook niet in partjes als presse-papier.
Maar als het straks klaar is, dan wandel ik er langs op weg naar naar een kopje thee op een lome zomeravond en dan zal ik mijn hand erop leggen. Heimelijk, als niemand kijkt. Dan wordt de schavuit in mij even wakker.