zondag 30 april 2017

Bermschatten



Hoe vaak zie je niet iets uit je ooghoek waarvan je denkt dat het iets of iemand is. Als je dan nog eens kijkt is er niks of blijkt het een tak in een bepaalde vorm of in geval van bermen een luier of zo. Luiers houden het heel lang vol in de berm. Ik heb het eens bijgehouden voor een luier die ik dagelijks passeerde. Hij lag er het hele fietsseizoen, wat voor mij ongeveer loopt van maart tot oktober. Ik heb mij wel verplicht gevoeld hem op te ruimen, maar ik vond het toch een te gore gedachte om van mijn fiets te stappen om een volle luier op te rapen. En waar had ik er dan mee heen gemoeten? In mijn fietstas? Bovendien lag de luier in een stevige helling en het is niet vanzelfsprekend om weer aan het rijden te komen als je bergop moet starten vanuit stilstand. Ik heb er althans moeite mee. 
Je wil ook niet voor iedere luier de gemeente bellen en ergens verwacht je toch dat er zo nu en dan iets rondrijdt dat volle luiers opruimt. De gemeente was in die tijd voor mij overigens nog iets vaags in het gemeentehuis in Margraten. Geen idee wie die mensen waren en wat ze deden.

Wat bermvuil betreft is het me nog steeds niet helemaal duidelijk. Dit jaar ligt er veel en er is een hoop bij dat niet van fietsers komt. Fietsers drinken geen bier, hebben doorgaans geen pizzadozen in hun bloesje en roken niet op de fiets. Energiedrinks zijn van fietsers en misschien enkele waterflesjes. Maar soms word je verrast. In Noorbeek vond ik een roofdierachtig kunstding in het groen, weliswaar een beetje gehavend, maar ach en in Maastricht vond ik een schone berm vol Fluitenkruid. Er werd wat kunst in aangekondigd, maar dat misstond niet. Fluitenkruid. Twee jaar geleden had ik ook een volle berm aan de overkant van mijn huis, tot ze hem kwamen maaien voor de processie. Het vorig jaar stonden alleen nog een paar verweesde plantjes in mijn eigen tuin die ik met liefde asiel heb geboden. Dit jaar heb ik er nog geen Fluitenkruid gezien. Maar Maastricht bloeit altijd wat eerder dan Noorbeek. Misschien mag ik nog wat hoop hebben.

maandag 17 april 2017

In april gaan alle vogels van bil

Lijn 50 heet het voorgenomen samenwerkingsverband Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem en Vaals. Vandaag bestudeerde ik hun plannen, want donderdag worden we radenbreed geïnformeerd. De samenwerking biedt kansen, maar zet er niet teveel geld op. Heel bescheiden schrijven ze ergens dat door de samenwerking misschien één of meerdere doelen bereikt kunnen worden. Misschien hè, dus niet miepen als er geen enkel doel wordt bereikt, dat hebben ze ook helemaal niet beloofd. De toeristische visies van het drietal komen overeen qua ambities en speerpunten. Dat belooft! Als je tenminste vrolijk wordt van hun visies. Oh, maar ook daar niet teveel ineens, gelukkig. Om het goed te gaan doen, pakken ze maar één thema op en wij mogen dat thema mee gaan kiezen. En hoe vatten zij dat dan samen? Liever een vogel in de lucht dan tien in de hand.
Als we maar niet dood gemaakt worden met een blije mus. 

zondag 9 april 2017

Fietspaden zijn voor fietsers

Sauf Riverains, stond er vaak en mijn vader had me uitgelegd dat op die weggetjes alleen maar mensen die er woonden met de auto mochten komen. Het leek me geweldig om een riverain te zijn, dan was je toch een beetje bijzonder. Je mocht immers iets wat anderen niet mochten. Een goede methode ook: op die manier houd je weggetjes rustig en de mensen die er wonen speciaal.

Wij hebben hier best wel wat weggetjes die zich lenen voor zo'n bordje. Fijne geasfalteerde weggetjes door het mooie groene landschap waar het heerlijk comfortabel fietsen is. Als je de auto's er weghaalt, zou je sommige zelfs nog iets kunnen versmallen en er een wandelstrook naast leggen waardoor nog meer recreërende doelgroepen bediend worden.
Natuurlijk is het niet leuk voor automobilisten als ze alleen maar op de grotere wegen mogen rijden. Vertel mij wat. Ik ben gek op autorijden en rijden over kleine verscholen weggetjes vind ik een feest. Maar waarom zou ik alle feestjes moeten kunnen vieren? Er zijn zoveel plekken waar ik met mijn auto mag komen, kilometers asfalt waar ik lekker overheen kan tuffen, ik moet niet zeuren!

Bij de raadsvoorlichtingsavond over de geplande Trambaanfietsroute vroeg een van de aanwezige raadsleden of er ook rekening gehouden werd met wandelaars.  Er zijn immers plannen om 9 kilometer natuurlijke weg te asfalteren en ongeveer 8,5 kilometer daarvan is gebied waar wandelaars nu met veel plezier wandelen. 'Fietspaden zijn voor de fietsers', antwoordde gedeputeerde Geurts, wat toch wel heel erg voelde als 'wandelaars pleur op!'. Hij brabbelde daarna nog wel iets over respect en dat het verkeer onderling fatsoenlijk met elkaar om moet gaan, dus dat fietsers even bellen als ze met een peloton langs een wandelaar razen en dat voetgangers niet naast elkaar blijven lopen als er fietsers aankomen. Wat ongeveer betekent dat fietsers in het weekend constant klingelen en wandelaars in ganzenpas moeten, met de kinderen op de rug en de honden gemuilkorfd aan de lijn. Dat lijkt me echt een attractie waar beide groepen voor naar het Heuvelland afzakken. Een buitengewoon bijzondere buitengebied bijna-doodervaring. Waar vind je dat nog?

Een fietsroute creëren door weggetjes af te sluiten voor auto's, in plaats van asfalt bij te maken voor fietsers? In ons natuurarme, overvolle, kwetsbare landschap zou het een logische gedachte moeten zijn. Maar ja, auto's weren vergt meer moed dan wandelaars verdringen. Veel meer moed.



Voor wie het oude spoor zoekt 
en voor wie het niet zo ziet zitten om daar een fietsroute van te maken

dinsdag 4 april 2017

Seks in de bosjes

Ik zat er eigenlijk op te wachten, er werd tijdens de vergaderingen al zo besmuikt over de bosjes bij Oost-Maarland gesproken, dat je er gif op kon innemen dat het om seks ging. Nu het schiereiland van België naar ons wordt overgeheveld en we eindelijk kunnen handhaven is de opluchting groot. Het zal mijn wereldvreemde naïviteit wel zijn, dat ik daarbij dacht aan drugscriminelen, zwerfvuil en harde muziek. Zaken waarop ik wel stevige handhaving nodig vind. Toen deze week echter,  opeens overal over de hop gesproken werd, vroeg ik me af of wij in onze gemeente eigenlijk een homo ontmoetingsplaats hebben en waar die dan zou kunnen zijn. De krant bevestigde vandaag mijn vermoeden.
Vreemd eigenlijk dat niemand die ik tot nu toe heb gehoord over seks in dat buitengebied, ooit over homoseksuelen sprak. Het werd meer gebracht als een algemene orgieplek waar alles mogelijk is. Ook de mensen die mij mailden over het schiereiland en die ik antwoordde dat ik niet zo'n moeite heb met seks in de buitenlucht, als men er anderen maar niet mee confronteert en geen rotzooi achterlaat. Maar misschien is voor sommige mensen de gedachte aan andermans seks al zo confronterend dat ze het verboden willen zien. Het is een beetje stiekem vind ik, een beetje benepen politiek correct om zo vaag te doen over seks dat het lijkt alsof je over iedereen praat en helemaal geen hekel aan homo's hebt. Ach, en het zou me ook helemaal niet verbazen als dat niet eens bewust gebeurt. In feite is het alleen maar triest, dat zoveel mannen nog steeds hun voorkeur moeten verbergen omdat ze anders niet geaccepteerd worden. Maar zolang de situatie zo is dat homoseksuelen hun geaardheid, al is het maar voor hun gevoel, in het dagelijkse leven moeten onderdrukken, is het belangrijk dat ze elkaar ergens kunnen ontmoeten waar hun identiteit geheim blijft. L'Ilas lijkt me dan lang zo gek nog niet.