donderdag 2 april 2015

In de spiegel

'Jij bent altijd overal tegen,' grapte een collega-raadslid na de commissievergadering van afgelopen woensdag. 'Ik moet wel, want jij bent altijd overal voor,' reposteerde ik.

Ben ik overal tegen? Daar kan ik dan weer een poosje over nadenken. Ik geloof het niet. Maar ik heb wel altijd iets te 'zeiken', vermoed ik. Misschien komt het voort uit mijn eindeloze drang om advocaat van de duivel te spelen, misschien uit mijn ergernis over zaken die als onvermijdelijk en vaststaand worden voorgesteld, misschien door jeuk bij platgetreden denkpaden, misschien is het een overdreven geldingsdrang.

Zelf heb ik eerder het gevoel dat ik steeds hetzelfde zeg, maar dat het telkens nodig is om er weer op te wijzen. In andere bewoordingen, met andere argumenten, want we spreken iedere keer over andere onderwerpen. In wezen geloof ik dat ik steeds roep om samenhang, om verder te kijken dan het onderwerp lang is en om natuurlijke processen te gebruiken.

Afgelopen vergadering werd ik niet alleen met woorden met mezelf geconfronteerd. Toevallig parkeerde ik precies tegenover mijn zitplaats en bij het donkerder worden zag ik mijzelf opeens opdoemen, in mijn eigen auto, achter mijn eigen stuur. Ik moest er even een foto van maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten